Inmiddels heeft iedere leerling en iedere docent ermee te maken gehad: digitaal onderwijs. Alhoewel de middelen al tijdenlang beschikbaar waren en zich in rap tempo ontwikkelden, stond lang niet iedere docent of iedere school erom te springen om er ook echt mee aan de slag te gaan. Want onderwijs, dat geef je in de klas, en niet op een scherm, toch? Toen digitaal onderwijs opeens compleet onverwacht bittere noodzaak werd, bleek er verrassend veel mogelijk te zijn, en leek het in sommige gevallen bijna net zo goed, en soms zelfs beter te werken dan het onderwijs dat we gewend zijn.

Het onderwijs van de toekomst

Toegegeven: tegenover ieder positief verhaal, van docenten die er ontzettend creatief mee aan de slag konden, of leerlingen die zonder afleiding om zich heen opeens helemaal opbloeiden, staat ook een negatief verhaal. Docenten die de digitale middelen niet goed weten te gebruiken, en weinig effectieve lessen weten te geven. Of leerlingen die het maar lastig vinden om hun aandacht bij de docent op het scherm te houden, zeker als dat scherm naast de spelcomputer staat die ook de aandacht op probeert te eisen. Veel docenten zijn maar wat blij als ze hun leerlingen weer gewoon voor zich zien zitten in de klas, zodat zij weer direct contact kunnen maken.

De verwachting is echter wel dat het onderwijs door de periode van onderwijs op afstand, blijvend veranderd is. Zowel docenten als leerlingen hebben er nu kennis mee gemaakt, en gezien welke voordelen het kan bieden. Hoe het leren door kan gaan, ook als docenten of leerlingen niet op school zijn. Digitale toetsen maken, eerst nog ondenkbaar, bleek ook prima te werken. En digitaal het huiswerk in laten leveren door leerlingen, in plaats van in de klas veel tijd kwijt zijn aan het checken of zij het wel gemaakt en enigszins begrepen hebben, lijkt ook een blijvertje te worden.


Het vereist andere vaardigheden

Waar de ene docent zich moeiteloos door het enorme aanbod digitale leermiddelen heen werkt, is het voor anderen een aardige strijd. Ze zijn opgeleid om les te geven, om orde te houden, niet om met techniek die zij niet kennen aan de slag te gaan. Het gevolg is vaak dat zij alleen het hoogstnodige digitaal doen, en zo veel mogelijk teruggrijpen op wat zij al kennen.

Logisch, maar ook zonde. Want in veel gevallen geldt dat zij, als ze eenmaal weten wat er allemaal kan, en hoe zij dit moeten doen, hartstikke enthousiast zijn over alle digitale mogelijkheden. Het kan dus geen kwaad als zij hier wat begeleiding in krijgen, bijvoorbeeld ven Edutrainers, zodat zij zich alle mogelijkheden eigen kunnen maken. Zo kunnen digitale middelen een aanvulling gaan vormen op het bestaande onderwijs, en kan er wanneer nodig zelfs binnen een dag weer worden geschakeld naar volledig onderwijs op afstand.